Voorgeschiedenis
De eerste verhalen over de omleiding van de N42 dateren uit de jaren tachtig. In 1990 besliste toenmalig minister Sauwens om het nieuw tracé uit te voeren. Na acties van milieuorganisaties, landbouwers en de lokale bevolking zag die evenwel van zijn plan af. In 1992 besliste zijn opvolger, minister Kelchtermans, om de omleiding toch uit te voeren. Hij negeerde m.a.w. de beslissing van Sauwens en liet met een dubieuze bouwvergunning in Sint-Lievens-Esse (Herzele) alvast een brug bouwen om de nieuwe weg erdoor te persen. In 1995 werd de brug gebouwd, ondanks lopende juridische procedures rond de bouwvergunning.
Na Kelchtermans kwam de SP.a-er Baldewijns die een andere weg insloeg en koos voor het aanpassen van de bestaande weg.
Er rees heel wat protest van omwonenden die nochtans gekozen hadden om naast een rijksweg te gaan wonen. Zij kozen wél voor de omleiding van de weg maar hielden geen rekening met de problemen van de verderop gelegen wijken. De omleiding van de N42 situeert zich in een landelijk en agrarisch gebied. Bovendien worden heel wat buurtbewoners en landbouwers onteigend.
[masterslider id=”5″]
Geert Van de Velde (bewoner Vossenhoek): “We willen gerust een deel van de lasten dragen en zijn niet tegen een weg voor landbouwvoertuigen én fietsers. Dit is dan zeker veiliger en er zal meer doorstroming zijn, maar de mensen die er voor gekozen hebben om langs die weg te gaan wonen moeten nu ook niet alles in onze richting duwen.”(Uilekot, 2014, online)
In 2003 kwam er een gestuurd referendum bij de bewoners in een straal van 1 kilometer rond de weg. 55 % van de kiezers stemde voor een nieuw tracé en tegen de aanpassing van het bestaande tracé. Maar de waarde van het referendum kreeg veel kritiek te verduren toen een nota uitlekte van Herman De Croo gericht aan de burgemeester van Herzele Johan Van Tittelboom. De Croo stelde in de nota maanden op voorhand: ‘De nieuwe N42 komt er. … Op gepaste wijze zal ondertussen de gemeente Herzele voor de deelgemeenten (Sint-Lievens-Esse en Steenhuize) geen referendum maar wel een gepaste raadpleging organiseren door een bijeenroeping, een bevraging of wat het ook weze, om psychologische weerstanden te zien afbouwen en tactisch gepast verder te werken.’ (Ademloos, 2014, online).
De uitkomst van de discussie bleek dus op voorhand al vast te staan en het referendum was een manier om mensen om de tuin te leiden. In deze brief lijken de democratische grondbeginselen grondig aangetast te zijn.
Burgemeester Johan Van Tittelboom relativeert de brief: ‘Ik ben een democraat, en ik heb me neergelegd bij een democratische beslissing. Of Herman De Croo dat nu geschreven heeft of niet, alle omwonenden hebben hun stem kunnen uitbrengen. Als de uitslag anders was geweest, tégen het nieuwe tracé, dan zou ik me er evengoed bij neergelegd hebben. Er is bij mijn weten geen enkel bewijs dat aantoont dat de bevraging niet correct zou verlopen zijn. Veranderingen wekken vrijwel altijd weerstand op, maar ik merk wel dat de inwoners de hele kwestie stilaan beu zijn.’ (Ademloos, 2014, online)
Voor- en tegenstanders bleven zich roeren. In 2012 kwam er een nieuw onteigeningsbesluit. Na de onteigeningen moet er nog een bouwvergunning aangevraagd worden.
Buren en milieuverdedigers zijn het met de aanleg nog steeds niet eens: “Het landschap wordt nutteloos verminkt, mensen nutteloos onteigend. Men moet de bestaande weg aanpassen aan de noden. De tijd van nieuwe wegen is voorbij.”(uilekot, 2014, online)
[masterslider id=”7″]
[masterslider id=”8″]